
Hoe hij daar stond
Zijn blik op de grond gericht
Zijn vuisten gebald
Zijn lichaam steeds dieper in het hoekje gewrongen
Ik keek hem aan
Bleef staren
Naar die kleine jongen
Die ooit de man van mijn dromen was
Hou afstand
Eén meter en een half
Ik kwam te dicht
Maar de kloof tussen ons voelde nooit groter
Hij leek gebroken
Wij zijn gebroken
Elkaar ten onder geduwd
Liefde het kan mooi zijn, haat ligt altijd op de loer
Ruimte
Geef me ruimte
We zullen groeien
Verder weg van elkaar, dichter naar onszelf
Reactie plaatsen
Reacties